Met carbonvezelversterkte epoxyhars-vloercoating met een minimale emissie voor garages, magazijnen en kelders. TÜV gecontroleerd. Twee componenten (2K).
Productinformatie Veiligheidsinformatie A Veiligheidsinformatie B
Beschikbaarheidsdatum:
Toepassing
Op alle minerale ondergronden en gietasfalt, binnen, die gering tot matig worden belast. Geschikt voor garagevloeren, fietsenkelders, was- en sanitaire ruimten. Vanwege de minimale uitstoot van schadelijke stoffen bijzonder geschikt voor toepassing in openbare ruimten, scholen, kinderdagverblijven etc.
Materiaalbasis
Met water te verdunnen 2K-Epoxyhars
Verpakking
Standaard: 5 kg, 10 kg kunststof-combi-verpakking
ColorExpress: 5 kg, 10 kg kunststof-combi-verpakking
Kleur
Standaard:
5 kg verpakking: Kieselgrau (ca. RAL 7032), Betongrau (geen RAL-kleur)
10 kg verpakking: Kieselgrau, (ca. RAL 7032), Betongrau (geen RAL-kleur), Mittelgrau (ca. RAL 7037 Staubgrau)
Speciale kleuren op aanvraag.
ColorExpress: Via ColorExpress in meer dan 25.000 kleuren te leveren. Afhankelijk van de gekozen kleur met basis 1, basis 2 of basis 3 op de ColorExpress-kleurenmengmachine op kleur maken.
Kleine kleurveranderingen en een lichte verkrijting zijn mogelijk door UV-stralen en weersinvloeden. Organische kleurstoffen zoals in koffie, rode wijn of bladeren en verschillende chemicaliën (desinfecteermiddelen, zuren e.d.) kunnen tot kleurveranderingen leiden. Slepen met goederen kan krassen veroorzaken. Dit beïnvloed de functie van de coating niet. Bij heldere en donkere kleuren kan aan het oppervlak een tempera-effect (afgeven van het kleurpigment) ontstaan. In voorkomende gevallen een transparante toplaag aanbrengen.
Glansgraad
Glanzend
Opslag
Koel, droog en vorstvrij bewaren.
In gesloten verpakking 12 maanden houdbaar. Bij lage temperaturen het materiaal voor de verwerking bij 20 °C opslaan.
Geschikte ondergronden
De ondergrond moet draagkrachtig, schoon, droog en vrij zijn van stoffen die de hechting verminderen zoals: losse delen, stof, oliën, vetten, rubber en andere stoffen waarop geen hechting wordt verkregen. De hechting op reparaties op basis van cement en kunststof vooraf testen. Harde coatinglagen en vloeren die behandeld zijn met een curingcompount grondig mechanisch schuren en de hechting vooraf testen.
Minerale ondergronden binnen zoals beton, dekvloeren van cement, magnesiet en anhydriet en gietasfalt. De ondergrond moet een treksterkte hebben van ≥ 1,5 N/mm2, de laagste waarde moet minimaal 1,0 N/mm2 zijn.
Vochtgehalte ondergrond:
Beton en cementdekvloer max. 4 gew.% (CM-methode)
Anhydrietvloer max. 1,0 gew.%
Gietasfalt moet voldoen aan de hardheidsklasse GE 15 en mag onder de plaatselijk geldende omstandigheden en mechanische belasting niet vervormen.
Andere soorten van ondergronden door de technisch adviseur van DAW Nederland laten adviseren.
Voorbereiding van de ondergrond
De ondergrond naar de gestelde eisen volgens een geschikte methode reinigen, zoals kogelstralen, frezen of diamantschuren.
Niet draagkrachtige, sterk vervuilde oppervlakken met bijv. oliën, vetten, rubber en andere stoffen waarop geen hechting wordt verkregen, moeten grondig mechanisch worden voorbehandeld. Olievlekken, rubberen strepen, chloride (dooizout) met een speciaal reinigingsmiddel goed schoonmaken.
1K-verflagen en slecht hechtende 2K-verflagen altijd geheel verwijderen. Bij gietasfalt moet toegevoegd materiaal na voorbehandeling voor minimaal 75 % zichtbaar zijn. Glashoudende oppervlakken en harde 2K-verflagen reinigen, schuren, mat stralen of een grondlaag aanbrengen met Disbon 481 2K-EP-Universalprimer. Reparaties uitvoeren met DisboCRET PCC-Mörteln of met DisboXID EP-Mörteln. Siliconenhoudende producten niet toepassen om onthechting te voorkomen.
Materiaalbereiding
Basismateriaal doorroeren, verharderder toevoegen en met een langzaamdraaiend roerwerk (max. 400 omw./min.) grondig mengen. Overgieten in een andere emmer en nogmaals grondig doorroeren. Niet uit geleverde verpakking werken.
Mengverhouding
Basismateriaal (A) : verharder (B) = 84 : 16 gew. delen
Verwerkingsmethode
DisboPOX W 442 met de kwast, roller (polyamide met een vachtgrootte van 11 mm en verfrooster) of spuitapparatuur (Airless, zonder filter, min. 50 bar, nozzle 0,015–0,017 inch, spuithoek 45° + narollen) aanbrengen.
Voor een egaal eindresultaat altijd nat-in-nat werken, Bij rollen het materiaal gelijkmatig aanbrengen (voorgeschreven verbruik aanhouden) en in een kruislaag narollen. Bij grote oppervlakken voldoende personeel inzetten, de vloer in vlakken indelen. Altijd materiaal van dezelfde charge verwerken.
Opbouw van het verfsysteem
Grondlaag
Op minerale ondergronden een grondlaag aanbrengen met DisboPOX W 443 od DisboPOX W 402. Het materiaal met een borstel goed in de poriën wrijven. Is geen dampopen coatingsysteem noodzakelijk dan kan ook voorgestreken worden met DisboXID 420 of DisboXID 462
Op gietasfalt een grondlaag aanbrengen met DisboPOX W 442, verdund met 5-10 % water.
Mechanisch voorbehandelde minerale ondergronden kunnen met DisboPOX W 442, verdund met 5-10 % water, worden voorgestreken.
Schraaplaag:
Bij kleine oneffenheden en egalisatielaag aanbrengen van:
DisboPOX W 442: 1 gew.-deel
DisboADD 942: 1 gew.-deel
Egalisatiemortel op de voorgestreken ondergrond gieten en met de spaan gelijkmatig verdelen. Op de korreldikte afschrapen. De laagdikte van de egalisatiemortel is max. 2 mm. Om antislip te verkrijgen de egalisatielaag vervolgens met DisboADD 942 afzanden. Grote onefenheden in de ondergond en spaanslagen kunnen zichtbaar blijven. Zonodig een extra egalisatielaag aanbrengen.
Op grote, ruwe en ondergronden met veel poriën een egalisatielaag aanbrengen van:
DisboPOX W 402: 100 gew.-delen
DisboADD 940: 240 gew.-delen
of
DisboPOX W 453: 100 gew.-delen
Water: 2 gew.-delen
DisboADD 942: 20 gew.-delen.
De egalisatielaag op de ondergrond gieten, met de spaan gelijkmatig verdelen en op de korrel afschrapen.
Tussen- en afwerklaag
Een tussen- en afwerklaag aanbrengen met DisboPOX W 442, onverdund. Op een afgezande ondergrond moet de tussenlaag met 5 % water worden verdund. Bij intensieve kleuren (bijv. geel, oranje en rood), grote kleurcontrasten en/of extreme belasting zijn meerdere lagen noodzakelijk. Eventueel een goed dekkende grondkleur toepassen.
Decoratieve afwerking
Voor een decoratieve afwerking in de nog natte laatste laag DisboADD 948 Farbchips 2 - 4 mm strooien en na drogen afwerken met DisboPUR 458, zonodig vermengd met 3 gew.% DisboADD 947 voor een antislipafwerking. Alternatief is het instrooien van chips zonder afwerklaag met DisboADD 8255 Farbchips 1-2 mm (Fast Chips).
Verbruik
Afwerklaag
DisboPOX W 442: ca. 230–250 g/m2 per laag
Verwerkingstijd
Bij 20 °C en 60 % relatieve luchtvochtigheid ca. 90 minuten. Het einde van de verwerkingstijd is door verandering van de viscositeit optisch zichtbaar. Hogere temperaturen verkorten, lagere verlengen de verwerkingstijd.
Verwerkingsomstandigheden
Minimaal 10 °C en maximaal 30 °C voor materiaal, omgeving en ondergrond. De relatieve luchtvochtigheid mag niet meer dan 80 % bedragen. De temperatuur van de ondergrond moet altijd minimaal 3 °C boven het dauwpunt liggen. Tijdens het uitharden voor voldoende afzuiging en aanvoer van frisse lucht zorgdragen. Door verdampen van het vocht uit het materiaal stijgt de luchtvochtigheid.
Wachttijd
De wachttijdtussen de lagen bij 20 °C minimaal 16 uur en maximaal 48 uur. Bij een langere wachttijd het oppervlak opruwen. Hogere temperaturen verkorten, lagere temperaturen verlengen de wachttijd.
Droogtijd
Bij 20 °C en 60% relatieve luchtvochtigheid te belopen na ca. 16 uur, mechanisch, chemisch en volledig uitgehard na 7 dagen. Lagere temperaturen verlengen de droogtijd. Tijdens het uitharden (ca. 24 uur bij 20 °C) de coating tegen vocht beschermen. De hechting en/of het eindresulaat kan nadelig beïnvloed worden.
Reinigen gereedschap
Direct na gebruik met water. Bij langere onderbrekingen met warm zeepwater.